Bouw van de nagels
De nagels van een hond blijven net als de onze de hele tijd groeien. Het is dan ook belangrijk dat ze voldoende afslijten of dat ze bijgeknipt worden. De nagels bestaan uit een harde buitenste laag en een zachtere binnenste laag. Daarin ligt ook ‘het leven’, levend weefsel dat goed doorbloed is. Het is dan ook belangrijk om op de juiste plek te knippen zodat het levend weefsel niet geraakt wordt. Als dit gebeurt, is het vervelend om het bloeden te stelpen en het is erg pijnlijk voor de hond.
Knippen van de nagels
Sommige honden hebben witte of licht doorzichtige nagels. Deze nagels zijn het makkelijkst om te knippen omdat je het leven goed kunt zien en dus kunt vermijden. Bij sommige honden zijn de nagels donker of zwart gekleurd. Hierbij is het leven niet te zien, wat het moeilijker maakt om het leven te vermijden. De beste tip is om met het nagelschaartje eerst wat lichte druk te zetten alvorens te knippen. in het leven zal knippen. Knip de nagel dan wat minder kort.
Het leven bevat veel zenuwen, dus als de hond pijnlijk reageert op de druk door bijvoorbeeld te janken of de poot snel weg te trekken weet je dat je fout zit. De hoek waarin de nagel geknipt wordt is ook van belang. Zorg ervoor dat de nagel geknipt wordt zodat de volledige tip de grond kan raken. Zo zal de nagel gelijkmatig afslijten bij het stappen en wordt de druk op de nagelpunt goed verdeeld.
Hoe vaak moeten de nagels geknipt worden?
Dit is afhankelijk van hoeveel de nagels kunnen afslijten bij het wandelen. Honden die enkel op een zachte ondergrond zoals in het bos gaan wandelen zullen vaker een knipbeurt nodig hebben dan honden die altijd op asfalt wandelen.
De nagels dienen geknipt te worden als je de nagels op de grond hoort tikken als je hond in huis rondloopt. Het is niet de bedoeling dat de nagels constant de grond raken, er zou een klein beetje ruimte moeten zijn tussen de vloer en de nagels als je hond gewoon rechtop staat.